Meer en betere oogst door andere (bodem) bemesting
Innovatie Door gebruik van meststoffen waarbij ook de bodem wordt gevoed, kan met minder input dezelfde hoeveelheid voedsel van betere kwaliteit worden geoogst.
Evenwichtig bodemleven voor gezonde voeding
“We zijn gewend om de planten te voeden, maar het is belangrijk om ook de bodem te voeden”, zegt akkerbouwer Arnold van Woerkom. “Een evenwichtig bodemleven zorgt ervoor dat onze planten voldoende mineralen en sporenelementen ontwikkelen. Dat levert voor de mens gezonde voeding op. Daarnaast zijn planten in een gezonde bodem beter bestand tegen stress en minder vatbaar voor ziekten en plagen. Dat betekent voor de boer een betere opbrengst en is ook goed voor het milieu omdat we minder chemie hoeven te spuiten.” Van Woerkom, die een akkerbouwbedrijf heeft in de oordoostpolder waar hij onder andere pootaardappelen teelt, legt uit dat de bodem minder mineralen en sporenelementen bevat dan pakweg een eeuw geleden. “Dat komt omdat de Nederlandse overheid in de jaren twintig de landbouwsector heeft aangezet om meer te bemesten met stikstof, fosfaat en kalium. Dat zou meer voedsel opleveren. Er is destijds een hele campagne gevoerd om die boodschap over te brengen en de van nature conventionele boeren gingen uiteindelijk overstag. En wat zagen zij: het werkte!”
Bodem extra voeden
Inmiddels is bekend dat het aantal verschillende mineralen en sporenelementen in ons voedsel in de loop der jaren sterk is afgenomen. Van Woerkom verwijst naar een interview met een hoogleraar die stelde dat de mens ondanks de vooruitgang van de medische wetenschap kwetsbaar blijft voor ziekten en kwalen, onder andere omdat de inhoud van onze voeding niet meer toereikend is. “Het voedselpakket rond 1920 bevatte 70 verschillende mineralen en sporenelementen”, aldus Van Woerkom. “In 1994 was dit aantal afgenomen tot slechts 24 en volgens de professor is dat toe te schrijven aan de toestand van de bodem.” Die bodem moet dus extra gevoed worden, stelt de akkerbouwer. En dat doet hij door op een andere manier te bemesten, een manier die zelfs minder meststoffen nodig heeft en dus ook nog eens goed is voor het milieu. Van Woerkom is sinds eind jaren tachtig aan het experimenteren met nieuwe methodes en producten en past de bemesting telkens aan op basis van zichtbare groeiresultaten en ervaring. De aanleiding om van de traditionele bemesting af te stappen waren berichten dat er strenge regelgeving zou komen. “Ik dacht: dat moeten we vóór zijn, dus efficiënter bemesten!” Door vooral te praten kwam de akkerbouwer in contact met leveranciers van nieuwe producten, stabiele organische meststoffen die minder zout en chloor bevatten en meer gebaseerd zijn op zuur. “Ze brengen minder schade toe aan het natuurlijke bodemleven”, weet Van Woerkom. “En met minder input kan dezelfde opbrengst worden gehaald. Dat betekent meer rendement, ook voor het milieu”, aldus Van Woerkom.
Minder stikstof per hectare oogst
Een praktijkvoorbeeld laat zien wat die winst is. Waar traditioneel 120 tot 140 kilo stikstof per hectare per oogst wordt gebruikt, volstaat Van Woerkom op zijn bedrijf met nog geen 80 kilo. “Na het poten brengen we 36 kilo bodemmeststof met onder andere ammoniumstikstof aan. Daarna, als we de rug opbouwen, komt daar nog eens 12,5 kilo stikstof, calcium en borium bij. En na de bloei, als de groei zich concentreert onder de grond, brengen we twee of drie keer 9 kilo stikstof aan op het blad.” Door de bodem via bemesten op orde te brengen, wordt dus een beter resultaat bereikt en kan er met minder meststoffen worden volstaan. Op de vraag of de voedingsproducten zo gezonder zijn, antwoordt Van Woerkom met een vastberaden ‘ja’. En het is voor de ondernemer ook efficiënter, benadrukt hij. “Planten groeien optimaal en zonder stress. Daardoor is de opbrengst hoger. Door ziektes en plagen heeft onze sector ongeveer 1 miljard euro per jaar aan afgekeurde producten”, weet de akkerbouwer. “Ik ben ervan overtuigd dat een nieuwe manier van bemesten dat verlies aanzienlijk kan verminderen.”