Michiel Herkemij
CEO van Vion Food.

Vion heeft een nieuwe strategie uitgestippeld en is bezig om de verschillende bedrijven van VION te integreren. “Dat betekent dat we keuzes moeten maken, bijvoorbeeld om sommige locaties te sluiten. Maar in andere fabrieken gaan we juist investeren, om die verder te ontwikkelen tot state-of-the-art productielocaties. Bovendien gaan we investeren in duurzaamheid. Niet alleen in meer duurzaam vlees, maar ook in duurzame relaties met veehouders, het verbeteren van dierenwelzijn en het stimuleren van lager water- en energieverbruik. Het gaat om duurzaamheid in de hele keten. Ook onze klanten willen opschalen naar duurzaamheid. Daar kunnen wij hen bij helpen, onder meer door onze productiefaciliteiten samen met hen te gaan inrichten. Dat vraagt langetermijn partnerships.”

Faciliteren

Nu is er nog onvoldoende samenwerking in de keten, constateert Herkemij. Partijen staan nog te veel tegenover elkaar, in plaats van naast elkaar. “Ik denk dat Vion een rol kan spelen in het faciliteren van meer samenwerking. Een voorbeeld: steeds meer consumenten willen weten van welke boer het vlees komt. Dat betekent dat de herkenbaarheid van boeren steeds belangrijker wordt. Wie is die boer? Welk voer geeft hij zijn dieren? Hoe groot zijn de stallen? Al die informatie hebben wij.”
Vion zelf is uiteraard ook een verbindende schakel in de keten. “Wij kopen en verwerken de dieren, waarna we vlees verkopen aan de Nederlandse retail of exporteren naar bedrijven in zeventig landen over de hele wereld. We leveren rechtstreeks aan grote importerende bedrijven, maar ook aan grote klanten zoals Unilever, Stegeman of Burger King. Wereldwijd eten dagelijks honderd miljoen consumenten onze producten.”
Met name met de leveranciers werkt Vion al nauw samen, laat Herkemij weten. “We ondersteunen hen permanent in hun management op de boerderij en weten dan ook precies wat goed loopt of waar extra aandacht aan besteed moet worden. Daarbij zoeken we afstemming met de leveranciers, maar ook met andere partijen die op het erf komen, zoals voerleveranciers en dierenartsen. Van deze samenwerking leren zowel onze leveranciers als wij.”
Farmingnet is het online managementinformatiesysteem waarmee Vion directe terugkoppeling geeft, zoals gewicht en vetpercentage van het vlees. Daar kan de leverancier aan aflezen of hij bedrijfsefficiënt bezig is.
Door deze samenwerking beschikt Vion over veel kennis van de dieren en de bedrijven waar ze vandaan komen. Nederland loopt hierin al voor op andere landen. “Onze eigen rol gaat veel verder dan alleen het afnemen en verwerken van de dieren. We weten hoe de dieren zijn gehouden, welk voer hebben ze gehad, de spier- en spekdikte van de dieren... Kennis die allemaal in Farmingnet verenigd is.”

Meer ‘gezicht’ geven

Duurzaamheid gaat een steeds grotere rol spelen. Consumenten vragen het en ook de boeren willen het graag invullen. Toen Vion samen met de Dierenbescherming en Albert Heijn in 2010 startte met het Beter Leven-keurmerk, hebben veel leveranciers zich daar bij aangesloten en geïnvesteerd in onder meer ruimere stallen, betere apparatuur en speelmateriaal.
Vion wil leveranciers meer ‘gezicht’ gaan geven, zowel naar de consument als naar de retail. “Momenteel leveren binnen Vion’s marktconcept Good Farming Star al zo’n tweehonderd leveranciers in Nederland duurzaam vlees, onder andere herkenbaar aan één ster van het Beter Leven-keurmerk in de schappen. Dat sluit aan bij de wensen van consumenten. Over niet al te lange tijd kun je wellicht via een barcode op de verpakking lezen waar het vlees vandaan komt en die boer rechtstreeks een email sturen. Daarom willen we de duurzame leveranciers herkenbaarder gaan maken. Dat kan met bijvoorbeeld open dagen op boerderijen, die al steeds meer plaatsvinden.”
Deze ontwikkelingen vragen om meer transparantie en samenwerking in de keten, vindt Herkemij. Zo sluiten steeds meer boeren zich aan bij Good Farming Star. Maar in de praktijk ziet hij ook nog verdeeldheid. “Op het gebied van duurzaamheid zijn er veel concepten en keurmerken. Ik denk dat we gezamenlijk moeten kiezen voor hooguit drie concepten. Anders kan niemand het meer volgen. In Duitsland bijvoorbeeld is er maar één keurmerk. De consument vindt dat prima. Een herkenbaar en betrouwbaar kwaliteitslabel kan helpen om het consumentenvertrouwen te vergroten.”

Veel positiefs

Herkemij pleit voor meer openheid in de hele sector en volledige transparantie door bijvoorbeeld keuringsrapporten vrij te geven. Volgens hem is dat zelfs de enige manier om de sector vooruit te helpen. “Deze beweging is al gaande: de NVWA wil samen met de industrie keuringsrapporten standaardiseren en objectief en openbaar maken.”
Herkemij ontkent niet dat in de vleesindustrie dingen fout zijn gegaan de afgelopen tijd. Maar er gebeurt ook veel positiefs. “Zo is onze grote productielocatie in Boxtel USDA-approved, dat betekent dat we mogen exporteren naar de Verenigde Staten. Dat is het hoogste wat je kunt bereiken op het gebied van voedselveiligheid. Andere Vion-locaties mogen exporteren naar onder meer Japan en China, waar de strengste audits worden gedaan. Vions ambitie reikt verder dan de Europese landsgrenzen. We zien ook kansen en markten in Azië, Australië en Afrika.”
De controles zijn enorm verbeterd en de keurmeesters zijn continu actief, vertelt Herkemij. “Er kan altijd nog iets fout gaan, een fout maken is menselijk, maar daar willen we dan pro-actief en transparant mee naar buiten komen. We zijn met kwaliteitsbureau Lloyds bezig om ons kwaliteitsniveau verder te verhogen, hoger dan wettelijk nodig is. Net zoals Boxtel al ver bovenwettelijk is, willen we dat voor heel Vion. Kwaliteit is tegenwoordig een absolute voorwaarde voor de vleessector. Daarom willen wij het hoogst haalbare, met volledige borging van kwaliteit en voedselveiligheid.”
Herkemij benadrukt dat Nederland voorop loopt met duurzaamheid. “We kunnen trots zijn op onze productieketens. Maar we zijn er nog niet. Op verschillende vlakken kan het scherper en beter. Vion werkt daar hard aan en gaat daarover graag in gesprek met de klanten en de samenleving.”