Plantenveredeling als oplossing voor mondiaal voedseltekort
Innovatie Europa heeft de neiging consumenten goed te beschermen met wetgeving tegen genetisch gemodificeerde voedingsmiddelen. De regels zijn streng. “Terecht”, zegt Gerard Backx, CEO bij HZPC. “Voedselveiligheid is enorm belangrijk, maar de regelgeving voor zaaizaad en plantgoed lijkt nu door te slaan.”
CEO bij HZPC.
Door de strenge regelgeving kunnen plantenveredelaars in Nederland en de rest van Europa niet aan de gang met innovatieve technieken. “De laatste jaren zijn er veel technieken ontwikkeld om gerichte mutaties in een plant aan te brengen. Dergelijke mutaties gebeuren ook in de natuur, alleen duurt het dan vele jaren voor het gewenste resultaat bereikt is. Dat kost teveel tijd en geld.” Bij veredeling gaat het alleen om het eigen DNA van de plant dat veranderd wordt om de planteigenschappen te veranderen of aan te passen.” Als de EU tegen deze technieken stemt, kunnen de veredelaars hun innovatieve werk niet meer doen.
Europa als eiland
“Dat betekent dat Europa een eiland wordt”, stelt Backx. “Het zet Nederland op achterstand, want in Amerika mag het wel en die gewassen worden dan geëxporteerd naar ons land. Het betekent ook dat grote bedrijven op dit gebied uit zullen wijken naar Amerika. De tendens binnen de EU is dat alles draait om voedselveiligheid en biodiversiteit, maar daardoor mist de sector enorme kansen. Het is een politiek probleem dat ook te maken heeft met populisme. Consumenten willen alleen wat ze kennen en de politiek wil geen stemmen verliezen.” Backx stelt dat onze voedselkwaliteit goed is en ook niet direct verbetering behoeft. “Er komt echter wel een wereldvoedselprobleem aan als er niet nú iets gebeurt. Door plantenveredeling van mais of granen kan de productie met een procent per jaar omhoog zonder extra gebruik van mest. Dat is een enorme bijdrage aan de oplossing van het mondiale voedseltekort in 2050.”
Positief toekomstbeeld
Toch ziet Backx de toekomst positief. “Er zal altijd voedsel nodig zijn in de wereld en de laatste jaren is er veel meer belangstelling voor voedsel en de productie daarvan. Niet alleen bij consumenten en in de politiek, ook in het onderwijs. De ‘groene’ opleidingen zitten weer vol en dat belooft veel goeds voor de toekomst.”