De opkomst van de voedzame en duurzame knol
De aardappel wint wereldwijd steeds meer terrein. En dat is een duurzame ontwikkeling, want de aardappel verbruikt minder land, minder water en groeit sneller dan rijst en andere granen per eenheid voeding.
Onderzoeker van Wageningen UR.
De meeste mensen ter wereld eten regelmatig aardappel. In 2014 wordt 370 miljoen ton geteeld. De aardappel is in vergelijking met bijvoorbeeld graan een ontzettend efficiënt gewas; de aardappel wordt gepoot en na een paar weken komen er eigen knolletjes. Knollen nemen hun eigen water mee,handig voor als als ze weer gepoot worden. Een graankorrel daarentegen kan niet ontkiemen zonder water. Graan komt bovendien met strohalmen zodat minder dan de helft van dat gewas als voedsel eindigt. Van de aardappel is 80 procent eetbaar.
Bron van vitamine c
De aardappel is wereldwijd aan een opmars bezig. Dat komt door de introductie van betere rassen, beter pootgoed en door bevolkingstoename. Bovendien vinden mensen de aardappel lekker. In Rwanda wordt bijvoorbeeld tien keer zoveel aardappel gegeten als dertig jaar geleden, terwijl de bevolking is gestegen van vier naar ruim elf miljoen. Zij eten steeds minder cassave en meer aardappel. Dat is bovendien gezonder, want er zitten meer vitamines en goede eiwitten in aardappelen dan in rijst (68% meer vezels in een aardappel ten opzichte van 80 gram rijst), cassave of groene banaan. De aardappel is namelijk een grote bron van vitamine c. In een aardappel die net van het land komt zit net zoveel vitamine c als in een sinaasappel.
Onderzoeker van Wageningen UR prof. Anton Haverkort komt overal om de aardappelteelt naar een hoger niveau te tillen, bijvoorbeeld in Ethiopië, Mozambique, Chili, China, India en Myanmar. Belangrijkste punten die wereldwijd spelen zijn het opsporen en uitselecteren van de ideale rassen. Rassen ook die resistent zijn tegen de aardappelziekte (Phytophthora). “En, de aardappel wordt klonaal vermeerderd. Dat betekent dat als een aardappel ziek is, alle nakomelingen van de poter ook ziek zijn. Dat maakt het een gevoelig gewas.”
Resistent ras creëren
Wageningen UR werkt met haar onderzoeksproject DuRPh aan een prototype van een aardappelras dat in hoge mate en gedurende vele jaren resistent is tegen Phytophthora. “Het is het grootste en belangrijkste genetische modificatieproject van de aardappel tot nu toe. We maken gebruik van de eigen genen van de aardappel om een bestaand ras resistent te maken. Meer dan 50 procent van de chemie die we in de landbouw gebruiken, spuiten we op de aardappel, onder andere om de ziekte te voorkomen. Er valt dus heel wat mee te bereiken.”
Gezond pootgoed is ook heel belangrijk om ziektes tegen te gaan, aldus Haverkort. “Nederland exporteert meer pootgoed dan alle andere samen. Het schoonhouden van het pootgoed is op veel plekken in de wereld echter nog erg lastig. Via subsidiering zouden lokale overheden daar aandacht voor moeten hebben. Het verdient zich bovendien snel terug. Je benut op deze manier ook land, water en kunstmest beter.”
Veel belangstelling
Het derde punt dat wereldwijd speelt, is duurzaamheid; met zo weinig mogelijk land en zo min mogelijk water de beste aardappelen telen. De aardappel kan onder heel wat omstandigheden groeien. Behalve op plekken als Suriname, dat in de tropen ligt, op zeeniveau en geen hoogland kent. “In Nederland zijn we ver. De Nederlandse rassen worden vooral verwerkt tot chips en friet. Er is veel belangstelling voor vanuit het buitenland. En we hebben rassenvergelijkingsprogramma’s om te onderzoeken welke gewassen onder welke omstandigheden het best gedijen. Ook gebruiken we beslissingsondersteunende systemen. Dat betekent niet zomaar gaan sproeien en bemesten, maar eerst onderzoeken of dat nodig is. Bodemanalyse kan bijvoorbeeld uitwijzen of er genoeg mineralen in de grond zitten of dat bijbemesting nodig is. Het weerbericht kan voorspellen hoe vochtig het blad wordt en dus gevoelig voor ziekte. Ontwikkelingslanden kunnen zo nog een grote slag maken.”
Aardappel: op weg naar dé wereldgroente
Manager bij HZPC.
Elke Nederlander kent de aardappel, en wereldwijd komt deze voedzame groente ook steeds meer in de belangstelling. Robert Graveland is R&D manager bij HZPC, hij vertelt er meer over.
De aardappel wordt wel eens verguisd bij diëten. ”Dat mag als je kort en snel wil afvallen, maar daarna moet je weer in balans gaan eten en zeker bewegen. Wie geen aardappels eet, komt koolhydraten en andere belangrijke voedingstoffen tekort. Aardappels horen in een gezond en gebalanceerd voedingspatroon. Een aardappel zit vol vitamines, heeft een perfect aminozuur ‘superfood’profiel, is glutenvrij, bevat geen cholesterol en geen vet. En blijft de schil er omheen, dan is het een bijzonder vezelrijke groente.”
Topper in duurzaamheid
Deze groente scoort hoog als wereldvoedselgewas, hoewel graan op nummer 1 blijft. Dat terwijl 85 procent van de aardappelplant benut wordt en dat bij granen veel lager is. “Duurzaamheid is de balans tussen in- en output, dus daar scoort de aardappel al bijzonder hoog. Door rassenveredeling komen er aardappels die minder mest en gewasbescherming nodig hebben én meer opbrengen per vierkante meter. Dat is ook duurzaam: meer produceren met minder middelen.”
Klaar voor de toekomst
Graveland ziet de toekomst van de aardappel zonnig in. Er komen sterkere planten die minder last hebben van ziekten en met minder water en bemesting toekunnen. Planten met een hoger rendement in de teelt met minder afvalverlies in de keten. De aardappel is dan een prima aanvulling of zelfs vervanging voor granen (brood) en zal na rijst het tweede wereldvoedselgewas worden.” De aardappel van de toekomst heeft misschien ook wel een ander kleurtje van binnen en nóg meer gezonde voedingsstoffen.
Bekende traditionele rassen maken de komende twee decennia plaats voor sterkere types met nieuwe eigenschappen. “Dit kost een boerengeneratie(25 jaar) aan tijd, er zitten nu eenmaal tradities in de markt, bij de teelt, bij gebruikers en bij de consument.”